Biblionrecensie
september 2011
Als Dummie beseft dat hij nooit in de voetsporen van zijn vader zal treden die vierduizend jaar geleden farao in Egypte was, besluit hij in ieder geval net zo beroemd te worden. Hij gaat meedoen aan een ‘koninklijke’ schilderwedstrijd. Ondertussen kan Goos het idee maar niet loslaten dat een mysterieus beeldje – de sfinx van Shakaba – Dummie kan helpen zijn oude gezicht terug te krijgen en een echte jongen te worden. Maar hoe moet hij dat aanpakken. Derde boek* met belevenissen van Dummie de Mummie, zijn beste vriend Goos en vader Klaas. Spannend en vlotgeschreven verhaal, boordevol dialogen die zinderen van levenslust, grappige invallen, ideeën en impulsief gedrag. Knap aaneengesmeed tot een afwisselend geheel, waarin onvoorwaardelijke vriendschap, betrokkenheid en humor een belangrijke rol spelen. Het taalgebruik is treffend en speels. De auteur weet de eigenschappen en emoties van de hoofdfiguren goed weer te geven. Rake illustraties (inkt, ecoline) in grijstinten van diverse afmetingen beelden de dynamiek, sfeer en stemmingen prima uit. Ook erg leuk om voor te lezen. Voor goede lezers vanaf ca. 8 jaar. – S.E. van Zonneveld
oktober 2011
Pluizuit
Dummie is een levende mummie, die bij Goos en zijn vader woont. Wanneer Dummie ontdekt dat hij niet meer kan groeien en geen farao kan worden, wil hij op een andere manier bekend worden. Dat lijkt te lukken als er een wedstrijd uitgeschreven wordt voor het schilderen van een portret van de koningin. Dummie heeft talent, en dankzij de hulp van schilder Bart leert hij nog heel wat bij. Hij is er dan ook van overtuigd dat hij de wedstrijd gaat winnen. Ondertussen is Goos op zoek naar het beeldje van een sfinx, waarin volgens Dummie wonderolie zit. Zou die wonderolie Dummie opnieuw een gezicht kunnen geven? En hem laten groeien?
Hoewel Dummie geen echte jongen meer is, heeft hij toch nog dromen over zijn toekomst. Als hij geen farao meer kan worden, wil hij op een andere manier beroemd worden, en dat zal hem uiteraard lukken ook. Dummie barst van zelfvertrouwen, tot wanhoop van Goos, die hem steeds moet redden uit benarde situaties. Want niemand mag weten dat Dummie een echte mummie is. Dat maakt het verhaal spannend en grappig tegelijk, want telkens weer verraadt Dummie bijna zijn afkomst. Zijn houding tegenover de koningin is hilarisch, en bezorgt zowel de koningin als de lezer de slappe lach. Je leeft mee met het verdriet van Dummie als hij merkt dat hij niet groter kan worden, en met het verlangen van Goos die hoopt de sfinx met de wonderolie te vinden. Dit is een vlot, spannend en dolkomisch verhaal. Net als de vorige boeken over Dummie een plezier om te lezen. Vrolijke aanraders.
Mik Ghys