Lieze is een bijzonder kind. De meeste andere kinderen uit haar klas begrijpen Lieze niet zo goed. Vooral Elsa-Marie vindt Lieze maar raar en vies. Maar Lieze trekt zich daar lekker niets van aan.
Je kan best een ei op je hoofd uitbroeden, want het is daar heerlijk warm. En je kunt ook wel een fossiel maken van je eigen neus.
Over honderd miljoen jaar graaft iemand die dan op. Wat zal die opkijken!
Lieze lacht. Voorzichtig steekt ze haar hand in haar haar.
Dan pakt ze het ei en steekt het omhoog.
‘Dit is mijn geheim,’ zegt ze trots. ‘Ik heb een ei op mijn hoofd.
Er zit een baby in. En die ga ik uitbroeden. Dan ben ik zijn moeder.
En nu stop ik hem weer terug, anders krijgt hij het koud.’
Lieze stopt het ei in haar haar en trekt de muts eroverheen.
Elsa-Marie staat op. ‘Wie heeft er nou een ei op zijn hoofd?!’ roept ze.
‘Dat heeft toch niemand! Wat een vies geheim!’
‘Ik vind het juist een heel mooi geheim,’ zegt juf Nellie.
‘Ga maar zitten, Lieze. En succes met het broeden.’
Trots loopt Lieze naar haar plaats. Elsa-Marie heeft gelijk.
Niemand heeft een ei op zijn hoofd. Maar zij lekker wel!